1. Algemene informatie
2. Administratieve voorbereiding
2.1 Aanvraagformulier 2.2 Staal
3. Staalafname, bewaarcondities en transport
3.1 Bloed 3.1.1 Afname
5. Dringende stalen /dringend transport
6. Bron
In deze instructie over de pre-analytische fase vindt u informatie over het afnamemateriaal, de bloedafname, andere staalafnames en de staalbewaring.
Het afnamemateriaal wordt u gratis ter beschikking gesteld. Dit kan besteld worden telefonisch of via onze website (https://www.labovanpoucke.eu).
Onze ophaaldienst komt dagelijks tijdens zijn ronde langs om de stalen op te halen en protocols en materiaal te bezorgen. Voor het ophalen van dringende stalen, buiten de ronde, kan het labo gebeld worden. Stalen kunnen ook afgegeven worden in het laboratorium op weekdagen van 8 tot 21 u, op zaterdag van 8 tot 17:30 u.
Op zon- en feestdagen is een wachtdienst oproepbaar van 9 tot 12 u (GSM: 0496/55.55.00).
Voor de veiligheid van de bode en het laboratoriumpersoneel is het niet toegelaten scherpe voorwerpen (naalden, bistouri's) met de stalen mee te geven. Deze objecten horen in de naaldcontainer.
Identificatie van stalen is wettelijk VERPLICHT. Een foutieve patiëntenvoorbereiding of identificatie kan leiden tot onjuiste resultaten en zo aanleiding geven tot verkeerde medische beslissingen.
2.1 Aanvraagformulier
Gedrukte aanvraagformulieren, waarop de meest courante testen zijn opgenomen, worden aan elke aanvragende geneesheer ter beschikking gesteld.
Het staal moet positief geïdentificeerd zijn. Dit is wettelijk verplicht. Noteer op de verschillende afnamerecipiënten: naam en voornaam van de patiënt met onuitwisbare inkt.
3.1 Bloed
Optimaal neemt men veneus bloed af bij een nuchtere patiënt, ’s morgens na bedrust, in zithouding.
3.1.1.1 Richtlijnen voorbereiding afname
Lees aandachtig “Administratieve voorbereiding”, “Volgorde stalen”, “Vullingsgraad”, “Nuchter?”,
Bij afname van hemoculturen is een steriele afname absoluut vereist, en dient deze afname als eerste te gebeuren (eerst aëroob, dan anaëroob).
3.1.1.4 Vullingsgraad & aantal afnames
De dunste naalden hebben een diameter van 0.7 mm (zwart, 22 G) maar geven meer kans op hemolyse. De kleurcode van diameter 0.8 mm is donkergroen (21 G) en diameter 0.9 mm is geel (20 G).
3.1.1.6 Aanprikplaats
De minst pijnlijke aanprikplaats is de elleboogholte. Prik NOOIT:
De voornaamste risico’s voor het oplopen van infecties via letsels met besmette naalden zijn: Hepatitis B virus (6 tot 30%), Hepatitis C virus (1 tot 10%) en HIV (0.3%). Gebruik een beschermende uitrusting: handschoenen (eventueel veiligheidsbril). Vermijd een prikaccident door een naald, na gebruik, nooit opnieuw in de naaldhuls te plaatsen. Verwijder de naald rechtstreeks in een naaldcontainer. Als de naaldcontainer vol is, sluit deze goed af.
3.1.1.9 Nuchter?
Nuchter: niet eten gedurende minimum 8h (bij voorkeur 12h); thee, koffie zonder suiker of melk en water zijn toegelaten.
Een nuchtere bloedafname is noodzakelijk voor: glucose, insuline, c-peptide, HDL- & LDL-cholesterol (niet voor totaal cholesterol), triglyceriden, groeihormoon, gastrine. Vetrijke maaltijden geven troebel (lipemisch) serum die sommige metingen kan verstoren. Vermijd bloedafname na uitgebreide maaltijden.
Geneesmiddelen: zie verder.
3.1.1.10 Hemolyse, lipemie en icterie (HIL)
Afhankelijk van de graad van de hemolyse, lipemie of icterie (1+ tem 4+) zal deze een vals verhoogd of een vals verlaagd effect hebben op de meting.
Hemolyse: 1+ hemolyse: interfereert bij foliumzuur, haptoglobine, LDH en NSE. 2+ hemolyse: interfereert bij bilirubine direct, foliumzuur, GOT/AST, haptoglobine, kalium, LDH, magnesium, NSE en urinezuur. 3+ hemolyse: interfereert bij amylase, β2-microglobuline, bilirubine direct, d-dimeer, eiwitelektroforese, ijzer, foliumzuur, GOT/AST, haptoglobine, kalium, LDH, magnesium, NSE, fosfor, totaal eiwit en urinezuur. 4+ hemolyse: interfereert bij amylase, β2-microglobuline, bilirubine direct, cholesterol, creatinine, d-dimeer, eiwitelektroforese, ijzer, foliumzuur, GGT, GOT/AST, GPT/ALT, haptoglobine, kalium, LDH, magnesium, , NSE, fosfor, totaal eiwit, TIBC, triglyceriden, urinezuur en mogelijk bij tal van andere testen. Icterie: 3+ icterie: interfereert bij amylase, cholesterol en triglyceriden. 4+ icterie: interfereert bij amylase, cholesterol, creatinine, GGT, GPT/ALT, lipase, triglyceriden en urinezuur. Tevens interferentie mogelijk bij tal van andere testen. Lipemie: 4+ lipemie: interfereert bij bilirubine direct, TIBC en urinezuur. Tevens interferentie mogelijk bij tal van andere testen.
3.1.1.11 Andere pre-analytische variabelen
Maak steeds 2 dikdruppels.
3.1.1.13 Hemocultuur
Bloed voor hemocultuur wordt afgenomen op bouillon (aërobe fles en anaërobe fles). Deze zijn verkrijgbaar in het laboratorium. Neem een drietal culturen (3 x 2) af per 24 uur, bij voorkeur tijdens een koortspiek en zeker voor het starten van een antibiotica therapie.
3.1.1.15 Metalen
Speciale afnametube met donkerblauwe stop (tube oligo-elementen). Bv: Aluminium, Chroom, Nikkel, …
Uitzondering: Zink (EDTA: paars) en Lood (EDTA: paars).
3.1.1.16 Hepatitis C PCR (kwalitatief of kwantitatief)
Serumbuis (gele stop)
3.1.1.17 HIV Virale lading
2 EDTA-tuben van 4 ml (paarse stop). Meng goed. Noteer datum en uur van afname + “virale lading” op de EDTA buizen. Bewaar bloed bij kamertemperatuur.
3.1.1.18 Genetisch onderzoek
EDTA of Heparine afhankelijk van het gevraagde onderzoek en analysemethode. Neem geen staal af op donderdag, vrijdag of zaterdag aangezien deze stalen via de post opgestuurd worden.
Voor hereditaire hemochromatose: extra EDTA tube (paarse stop) nodig.
3.1.1.19 DOWN screening / NTD / NIPT (zie specifiek aanvraagformulier)
1. 1° trimester (9 - 13 weken)
Bewaar nooit stalen bij een warmtebron of in de zon. Bewaar ze in een frisse ruimte of een koelbox (schaduw) tot de chauffeur ze ophaalt.
Bewaar bij vriestemperaturen de stalen niet buiten.
Bij kamertemperatuur blijven de meeste hematologische testen 24 uur stabiel.
Bij 4°C: 1 week stabiel (Hb), 2 dagen stabiel (RBC, WBC, trombocyten).
3.1.2.2 SERUM
Bij kamertemperatuur blijven de meeste testen 12 uur stabiel
Bij 4°C en gescheiden van RBC: 1 week stabiel (indien niet gescheiden zal Kalium altijd verhoogd zijn).
3.1.2.3 CITRAAT
Bij kamertemperatuur de klassieke stollingstesten (PT, APTT, fibrinogeen) binnen de 24 uur uitvoeren. Andere testen moeten sneller uitgevoerd worden.
3.1.2.4 FLUORIDE
Bij kamertemperatuur stabiliteit glucose: 48 uur.
Bij 4°C: 48 uur en indien onmiddellijk afgescheiden van de RBC: 7 dagen bij 4°C.
3.1.2.5 HEPARINE
Bewaarmogelijkheden zijn afhankelijk van de uit te voeren testen
3.1.2.6 Tijdspanne tussen serumafname en centrifugatie
Indien de tijdspanne tussen de bloedafname en de scheiding van serum en RBC groter is dan 24 uur kunnen volgende fenomenen zich voordoen:
Stijging van:
Het reagens in de Streck-tubes zorgt ervoor dat celvrij DNA in het bloed tot 2 weken stabiel blijft.
3.2 Urine
3.2.1 Afname
Vermijd bijbesmetting van huid- en darmflora door duidelijke instructies te geven aan uw patiënt. (cfr infra) Neem een staal steeds vóór het starten van een antibioticatherapie (anders bekomt men een beeld van pyurie met een negatieve urinecultuur).
3.2.1.1 Eerstestraalsurine
Enkel voor Chlamydia trachomatis PCR noodzakelijk, ook geschikt voor Neisseria gonorrhoeae PCR.
Vang de “eerste straal” urine (20 ml) op in een steriel urinepotje. Deze eerste straal bevat tal van epitheelcellen. Indien tevens een bacteriologische kweek dient te gebeuren wordt de “middenstraal” (midstream) opgevangen in een tweede potje. Noteer duidelijk op de recipiënten welke de stalen zijn.
3.2.1.2 Midstream
Genitaliën goed inzepen met een licht antiseptische zeep, goed naspoelen en afdrogen met een propere handdoek. Zorgt dat de patiënt de binnenzijde van het steriel opvangrecipiënt nooit aanraakt. Laat patiënt een eerste hoeveelheid urine in toilet urineren, vang daarna het midden van de urinestraal op in een steriel recipiënt, vervolgens verder in het toilet urineren. 15 ml is voldoende voor een gewoon bacteriologisch onderzoek. Ook geschikt voor Neisseria gonorrhoeae PCR. Sluit urinerecipiënt goed af. Identificeer urinerecipiënt en bewaar het staal maximum 2 uur op kamertemperatuur, bewaar daarna in de koelkast (binnen de 12 uur naar het labo), ook voor Neisseria gonorrhoeae PCR.
3.2.1.3 Urinecollectie 24 uur (niet aangezuurd)
Vul naam van patiënt en aanvragende geneesheer in, op het zelfklevend etiket bevestigd op de container. De patiënt moet datum en uur van het begin en het einde van de collectie invullen. De patiënt mag geen alcoholische dranken gebruiken. Indien de patiënt in het recipiënt vergeet te plassen of per ongeluk urine verliest dan moet men absoluut de test herbeginnen.
Patiënt laten plassen in het toilet zodat zijn blaas volledig leeg is (bv ’s morgens om 8 uur). Alle volgende urine in het recipiënt collecteren gedurende 24 uur (dus ook ’s nachts). ’s Anderdaags, op hetzelfde uur waarop de collecte begon (bv 8 uur) urineert de patiënt een laatste maal in de container. Bewaar het staal bij 4°C gedurende de collectieperiode. Neem tijdens de collectieperiode een serumstaal af, indien de creatinine clearance moet bepaald worden.
3.2.1.4 Urinecollectie 24 uur (aangezuurd)
Bruine container met 20 ml HCl (6 N), met richtlijnen op het etiket.
Urine is het voorkeurstaal voor screening en follow-up van druggebruikers op voorwaarde dat het staal onder direct toezicht bij de huisarts wordt afgenomen zodat aan de delinquenten geen gelegenheid wordt gegeven op staalvervalsing. Creatinine kan best systematisch aangevraagd worden om dilutie met water uit te sluiten, waardoor vals negatieve resultaten gegenereerd worden.
3.2.2 Bewaarcondities en transport
3.3 Bacteriologie
3.3.1 Afname
3.3.1.1.Urine
Zie 3.2.1
3.3.1.2 Faeces
Vermeld steeds oorsprong: otitis EXTERNA of otitis MEDIA (andere pathogenen).
Met een steriel bevochtigde wisser over de conjunctiva rollen. Vermijd contact met wimpers en oogleden.
3.3.1.7 Huid, haar, nagel (schimmel)
Een MRSA-screening (dragerschap) kan afgenomen worden met een steriele wisser van:
Afname met e-swab (zie 3.3.1.11).
Een optimaal staal bevat geïnfecteerde, niet oppervlakkige epitheelcellen afkomstig van de bodem van een vers geopend letsel:
3.3.1.10 Chlamydia trachomatis en Neisseria gonorrhoeae PCR
Aangezien Chlamydia een strikt intracellulaire parasiet is, dient het afgenomen materiaal steeds zoveel mogelijk epitheelcellen te bevatten.
2. Urine
3.3.1.11 Wissers
Breng na afname de wisser in het transportbuisje, breek bovenste deel van de steel af en sluit de tube af. Bewaar staal in de koelkast (max 24 h).
3.3.1.12 COVID-19 (Neus/keel: PCR & antigen sneltest)
3.3.1.12.1. Afname van een nasopharyngeaal staal (PCR of antigen sneltest)
3.4. Sperma
Neem steeds contact op met het labo, voor het maken van een afspraak, voor onderzoek van een spermastaal.
In de anamnese moet worden gezocht naar recente, vooral virale, aandoeningen (hepatitis) of inname van geneesmiddelen die de spermatogenese remmen o.a. Furadantine® (nitrofurantoïne) en Salazopyrine® (sulfasalazine).
3.4.1 Voorschriften afname
3.5 Water
3.5.1 Afname
3.5.1.1 Water uit een kraan of pomp
a) Indien enkel chemisch onderzoek wordt aangevraagd, dan kan men een niet steriele fles gebruiken en deze enkele malen vooraf spoelen met het te analyseren water.
b) Wacht 2 maanden indien er werken werden uitgevoerd aan de waterinstallatie. Pomp regelmatig het water, maar gebruik het niet als drinkbaar water tot bevestiging na analyse.
3.5.2 Bewaarcondities en transport
Monster liefst binnen 12 uur aan het labo bezorgen (ondertussen in koelkast bewaren).
3.6 Anatomopathologie
3.6.1 Afname
3.6.1.1 Weefselfragmenten – biopsies
Fixeer weefselfragment onmiddellijk na afname in gebufferde 10% formol (steriel recipiënt met witte deksel).
Indien geen gebufferde formol voorhanden; bewaar gedurende een korte periode (max 12h) in een “PAP-potje”, verwittig labo zodat bij aankomst in labo het staal onmiddellijk ik het juiste recipiënt kan gebracht worden.
3.6.1.2 Urine
Neem nooit de eerste urine van de dag aangezien deze teveel kapotte cellen bevat door overnachting in de blaas. Neem het tweede urinestaal van de dag. Fixeren met gelijke volume alcohol: 1 deel urine + 1 deel alcohol (bv alcohol 95%): steriel (urine)recipiënt. Alcohol kan zowel ontsmettingsalcohol zijn als gedenatureerde ethanol of methanol. Nooit fixeren met Cytolyt omdat het RBC lyseert
3.6.1.3 Sputum
Geen speeksel opvangen maar wel opgehoeste secretie. Fixeren in alcohol (bv alcohol 95%) bv urine recipiënt. Verhouding is niet belangrijk.
3.6.1.4 Gewrichtsvochten voor kristallen
Nooit fixeren ! Vers laten en in koelkast bewaren tot transport.
3.6.1.5 Vochten voor cytologisch onderzoek (Pleuravocht, Ascitesvocht)
Het aspiraat in “Cytolyt®” oplossing brengen (recipiënt met conische bodem en gele of witte schroefdop) Spuit eventueel naspoelen. Bij gebrek hieraan kan het ook ongefixeerd in spuit of steriel potje gelaten worden, indien het dezelfde dag naar het labo gebracht wordt. In koelkast bewaren voor transport.
3.6.1.6 PAP
Monolayer-techniek: Na afname Cervix-Brush® borsteltje goed afspoelen in ThinPrep potje (PreservCyt®) en afnameborsteltje verwijderen uit vloeistof !
Een afname-instructie video is beschikbaar via de website : www.thinprep.com/hcp/specimen_collection/broom_like_device.html Breng een duidelijke identificatie aan op het potje & geef relevante klinische inlichtingen. 3.6.2 Bewaarcondities en transport
3.7.1 Metalen
Zie 3.1.1.15
3.7.2 Chlamydia trachomatis/ Neisseria gonorrhoeae PCR
Zie 3.3.1.10 (swab) en 3.2.1 (urine)
3.7.3 Herpes PCR
De Herpes antigen test / kweek wordt niet meer uitgevoerd en wordt vervangen door een Herpes virus PCR. Zie 3.3.1.9
3.7.4 Cryoglobulinen
Lege serumbuis (gele stop) en naald voorverwarmen op 37°C (in warmwaterbad, broedstoof of 10 min in uw hand). Maak een thermosfles klaar met water op 37° C. Breng na de bloedafname het buisje onmiddellijk in de thermosfles zodat het bloed kan stollen op 37°C in afwachting van het transport naar het labo.
3.7.5 Delta-Aminolevulinezuur (Delta-ALA)
Geen ochtend- of avondurine en ook geen urine collecteren na overvloedig drinken. Bewaar in het donker.
3.7.6 Oxaalzuur (24 uurs urine)
10 ml thymoloplossing toevoegen als bewaarmiddel vóór de 24-uurs collectie (contacteer labo).
3.7.7 Lactaat (melkzuur)
Ten gevolge van de instabiliteit van deze parameter kan deze afname enkel op het laboratorium gebeuren, maar enkel op afspraak zodat we het nodige afnamemateriaal kunnen bestellen.
4. Bijaanvragen
Voor onderstaande analyses zijn er geen bijaanvragen mogelijk omwille van de te beperkte staalstabiliteit.
Sommige analyses vereisen een snel transport naar het labo (zie grijze achtergrond op ons aanvraagformulier). Voor een vlotte bediening maak hier vooraf een afspraak met het labo.