
Wetenschappelijke betekenis | 
| 
Albumine is het een belangrijk bindings- en transporteiwit voor tal van endogene (calcium, bilirubine,...) en exogene substraten (zoals fenytoïne). Albumine zorgt ook voor het in stand houden van de osmotische druk in de bloedcirculatie.
Gedaald bij:
1) een verminderde aanmaak (leverdysfunctie) of een verhoogd verlies (brandwonden, nefrotisch syndroom,...). Dit kan leiden een verminderde osmotische druk waardoor oedemen (pitting oedeem) ontstaan.
2) een lage eiwitinname: albumine geeft een ruwe schatting van de nutritionele toestand van de patiënt.
Verhoogd bij: deshydratie. |